Het leven van Rozeke van Dalen, deel 2

Cyriel Buysse
Het leven van Rozeke van Dalen,
deel 2

Project Gutenberg's Het leven van Rozeke van Dalen, deel 2, by Cyriel
Buysse This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and
with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away
or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: Het leven van Rozeke van Dalen, deel 2
Author: Cyriel Buysse
Release Date: October 16, 2005 [EBook #16882]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK HET
LEVEN VAN ROZEKE VAN DALEN 2 ***

Produced by Marc D'Hooghe.

HET LEVEN VAN ROZEKE VAN DALEN
ROMAN IN TWEE DEELEN
DOOR

CYRIEL BUYSSE
TWEEDE DEEL

1905
* * * * *
XIII.
Wat werd het eensklaps stil in Rozeke's leven, na al de drukte vol
emotie van den langen, schoonen zomer! Het was of alles om haar heen
een onverstoorde goede rust wilde genieten. Haar knaapje was gezond
en flink, en 't boerderijtje ging naar wensch. Alfons was lief voor haar
en vroolijk van gemoed; haar ouders, broers en zuster kwamen geregeld
haar bezoeken en meer en meer bleek het dat zij aan 't Geluw Meuleken
en aan Vaprijsken uitmuntende dienstboden hadden. Zij voelde zich
kalm gelukkig zonder onvoldane wenschen.
En 't glanzend najaar was zoo schitterend en zoo
schoon!--Langzamerhand begon de boomgaard te verkleuren en zijn
bladeren te verliezen, die als zwermen doode musschen op het groene
gras lagen gestrooid. Soms woekerden en tjilpten heele troepjes echte
musschen in de bruine droge bladeren en als ze dan onder een windje
opstoven en door elkander warrelden, was het of de bladeren musschen
en de musschen bladeren waren. Hier en daar nog schitterde een
vergeten, óver-rijpe peer of appel goudgeelglanzend of kersrood als een
lichtje op de hoogste, naakte twijgen van de vruchtboomen en aan
beide kanten van den landweg geelden ook de populierenkruinen in de
wazig-blauwe lucht. Hier en daar ook zweefde nog in de
stil-glinsterende zonne-luwte een late zomervlinder, met als 't ware
reeds verloomd-knippende vlerken: vlerken van fluweelige
rouwkleuren, met randen van blauw of met glanzende oogen en strepen
van purper en vuur. De donkere zwaluwtjes met witte borstjes zaten in
lange rijen op de kroonlijsten van huis en stallen, stil-zwatelend
vertellend van de lange, lange reis die zij weldra weer zouden gaan

ondernemen; en overal opende zich het veld in ruime vergezichten, met
elken dag nieuw-opduikende witte huisjes en roode pannendakjes, die
het dichte zomergroen maandenlang aan den blik verborgen had
gehouden. Boer Lauwe's achtergevel met het klein vierkant raampje
was nu duidelijk zichtbaar als een stugge, lang-uitgestrekte reus met
slaperig-wakend één-oog; en 't kleine werkmanshuisje vlak daarover,
met al zijne nieuwsgierig- glinsterende ruitjes, waar Rozeke tijdens de
bezoeken van jonkvrouw Anna met haar beminde zoo akelig bang voor
was, leek nu nog wel een heel eind dichter bijgeschoven, zóó
helder-vrijpostig-opdringerig, dat Rozeke er soms, als door een lantaren,
dwars door heen kon zien.
Van jonkvrouw Anna ontving ze nu en dan een prent-briefkaart. Doch
meer dan een vriendelijken groet stond er niet op, en telkens weer
kwam Rozeke in de war met de handteekening: Anna d'Hautmont, die
haar zoo vreemd voorkwam alsof 't haar lieve jonkvrouw's eigen naam
niet was. En zij wist ook nooit precies waar die kaarten wel vandaan
kwamen, noch wat zij eigenlijk voorstelden: nu eens een
reusachtig-groot, wit-glinsterend hotel midden in een wondertuin van
onbekende boomen, dan weer een heele stad aan zee met bergen op den
achtergrond en lichte schuitjes op het water; dan nog een oude kerk met
bedelaars in lompen onder het portaal, of een brokkelig oud kasteel
boven op den top van een steile rots.--Zij voelde alleen maar dat het
van heel héél verre kwam, als uit een andere, haar onbekende wereld en
reeds meer dan eens had zij er aan gedacht om aan den ouden
schoolmeester van 't dorp te gaan vragen waar dat alles toch wel lag, en
hoever het wel was, en hoeveel dagen en nachten men wel reizen moest
om er heen te komen. Maar eens, op een ochtend, bracht de postbode
haar een soort opgerold boek en toen zij 't ontvouwde zag zij daarin
veel plaatjes van met bloemen versierde rijtuigen en automobielen; en,
op een van die plaatjes, duidelijk herkenbaar, en zóó schoon, o, toch
zoo wónderschoon midden in een schat van bloemen op een groote
automobiel, haar lieve jonkvrouw met haar man. Zij riep Alfons en 't
Geluw Meuleken en Vaprijsken en allen herkenden ze dadelijk beiden
en bewonderden het mooie plaatje met den schitterenden
bloemenwagen. Maar onderaan stond iets gedrukt in 't Fransch en
daarvan konden zij alleen de namen lezen: "baron et baronne Armand

d'Hautmont," en al het overige intrigeerde hen uitermate en prikkelde
hun nieuwsgierigheid tot den hoogsten
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 60
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.