Een feudale familie in Egypte

E. Amelineau

feudale familie in Egypte, by E. Amelineau.

Project Gutenberg's Een feudale familie in Egypte, by E. Amelineau. This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: Een feudale familie in Egypte De Aarde en haar Volken, 1907
Author: E. Amelineau.
Release Date: November 2, 2006 [EBook #19698]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK EEN FEUDALE FAMILIE IN EGYPTE ***

Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at http://www.pgdp.net/

Een feudale familie in Egypte.
Naar het Fransch van E. Amelineau.

Een ochtenduitstapje op het land in Egypte.--Het kasteel der familie Botros.--De binnenplaats.--De ontvangkamers--De koptische vrouw.--De magazijnen.--De zadelmakers.--De schrijvers.--Inrichting van de familie der Battarsi.
De familie, die ik u wil beschrijven, is bekend onder den naam Botros ('t geen steen beteekent) en hare leden worden ook wel de Battarsi genoemd. Hun fortuin dateert nog slechts van 1870. Zij hebben deze te danken aan een flinken man, Botros, die er de grondlegger van was. De zetel der familie is in een dorp, Sjeikh-Marzoek genoemd, tusschen Girgeh en Abydos, en daar komen de leden van den stam om nieuwe krachten te winnen naar lichaam en geest, wanneer de behoefte hieraan zich bij hen doet gevoelen.
Van uit dit kleine dorp heeft zich de familie verspreid naar Baliana, naar Girgeh, tot zelfs naar Ka?ro, waar zij een handelshuis bezit. In den tijd, toen ik te Abydos vertoefde, was een man haar voornaamste vertegenwoordiger, Abd el Sjahid Botros. Hij bewees mij gewichtige diensten, waarvoor ik hem ten zeerste erkentelijk was. Dikwijls had hij mij gevraagd, een dag te komen doorbrengen in de plaats, waar zijne familie haar zetel had opgeslagen; steeds echter werd ik door allerlei omstandigheden verhinderd, en eerst na zijn dood kon ik er heengaan, om hem den laatsten vriendendienst te bewijzen.
De eerste maal, dat ik de familie ging bezoeken, was op een mooien morgen in Januari. 's Nachts was het koud geweest; de thermometer was gedaald tot op ����n graad onder nul, en dus was er een verbazend verschil tusschen dag- en nachttemperatuur in de open lucht. De zon klom hooger en begon met hare koesterende stralen de arme inboorlingen te verwarmen, die huiverden van koude in hun dunne hemden van blauw katoen. Zoodra hun verstijfde ledematen in de warmte hunne gewone lenigheid herkregen, werden zij weer opgewekt, lachten hartelijk en aanhoudend, en begonnen opnieuw met hun schertsende woordspelingen, die zij geestig vinden, en die uitbundige vroolijkheid verwekten.
De weg, dien ik volgde, was, als alle wegen in Opper-Egypte, slechts een door voetgangers platgetreden pad, dat midden door het veld liep. Het was marktdag in Abydos en elk oogenblik ontmoette ik lieden, die daarheen op weg waren; met klankvolle stem begroetten zij mij met een: "Dat uw dag voorspoedig zij!" want ik was langzamerhand een goede bekende geworden in het district, of zij riepen mij in 't voorbijgaan eene schertsende opmerking toe.
Soms sprak ik hen aan, om te zeggen: "Ga wat op zij, dat ik voorbij kan", want het was niet altijd gemakkelijk zich een weg te banen door al het vee, dat zij voortdreven; kameelen, ezels, geiten en schapen, terwijl zij soms geitjes en lammetjes in hunne armen droegen, als de Goede Herder in het Evangelieverhaal. Ook gebeurde het wel, dat ik twee of drie stevige kerels tegenkwam, op hun gemak op ����n armen ezel gezeten, die bijna niet voortkon en wiens ruggegraat haast bezweek onder den last, maar die toch op een sukkeldrafje voortzwoegde, aangespoord door de bengelende beenen van zijn berijders, een voorbeeld van goedaardigheid.
Toen ik, hetzelfde pad steeds volgend, in het open veld gekomen was, doordrong mij langzamerhand een gewaarwording van innig welbehagen. Ik heb altijd veel gehouden van het buitenleven, oprecht genoten van die vredige tooneelen, waarin de mensch in innige aanraking komt met de eenvoudige en grootsche natuur; ik verneem met blijdschap de duizenden stemmen waarmede de aarde tot ons spreekt; de vlucht van een vogel kan mij bekoren en boeien; ik volg hem met mijn blik, neem zijn bewegingen waar, en bewonder zijn vlugheid; wilde bloemen schijnen mij altoos het schoonst en aantrekkelijkst toe. Hier kon ik volop genieten, en als ik om mij heenzag, mij gerust vijf- of zesduizend jaren vroeger in onze tijdrekening verplaatst wanen; want het landelijke leven in Egypte is nog altijd, zooals het in overoude tijden geweest is. Ik ken geen grooter genot, dan zulk een wandeling buiten in het veld in Egypte, om dezen tijd van het jaar, wanneer men langs uitgestrekte akkers vol bloeiende boonen gaat, waarvan de zachte en toch doordringende geur de geheele aarde in een welriekend paradijs schijnt te herscheppen. Dan halen wij ruimer adem, onze longen drinken met volle teugen, vol welbehagen, die
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 19
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.