20.000 Mijlen onder Zee: Westelijk Halfrond

Jules Verne
20.000 Mijlen onder Zee: Westelijk
Halfrond - Volume 2 (of 2)

The Project Gutenberg EBook of 20.000 Mijlen onder Zee: Westelijk Halfrond
by Jules Verne This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost
no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of
the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: 20.000 Mijlen onder Zee: Westelijk Halfrond Volume 2 (of 2)
Author: Jules Verne
Release Date: March 1, 2004 [EBook #11393]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK 20.000 MIJLEN ONDER ZEE
***

Produced by Jeroen Hellingman and the Distributed Proofreaders Team

Jules Verne.
20.000
Mijlen onder Zee
Westelijk Halfrond.

INHOUD.
XXV. De Indische Oceaan. XXVI. Een nieuw voorstel van Kapitein Nemo. XXVII. Een
parel van vijf millioen. XXVIII. De Roode Zee. XXIX. De Arabische Tunnel. XXX. De
Grieksche Archipel. XXXI. Door de Middellandsche Zee in twee dagen. XXXII. De Golf
van Vigo. XXXIII. Een verdwenen land. XXXIV. Onderzeesche kolenmijnen. XXXV.
De Krooszee. XXXVI. Potvisschen en walvisschen. XXXVII. De ijsbank. XXXVIII. De
Zuidpool. XXXIX. Ongeluk of toeval. XL. Geen lucht. XLI. Van Kaap Hoorn naar de
Amazonenrivier. XLII. De inktvisschen. XLIII. De Golfstroom. XLIV. 47° 24' N.B. en
17° 28' O.L. XLV. Een zoenoffer. XLVI. De laatste woorden van Kapitein Nemo. XLVII.
Besluit.

HOOFDSTUK XXV
De Indische Oceaan.
Thans begint het tweede gedeelte mijner onderzeesche reis. Het eerste eindigt met het
aangrijpend tooneel op het kerkhof, dat zulk een diepen indruk op mijn geest maakte. Zoo
ging dus het leven van kapitein Nemo in die onmetelijke zee voorbij, en zelfs had hij zich
een graf bereid in den ontoegankelijken afgrond. Daar zou zelfs geen enkel zeemonster
den laatsten slaap storen van de mannen van den Nautilus, van de vrienden, die zoowel in
het leven als in den dood innig aan elkander verbonden waren! "zelfs buiten het bereik
der menschen," had de kapitein er bijgevoegd! Altijd dat vreeselijk, onverzoenlijk
wantrouwen jegens de menschelijke maatschappij!
Ik voor mij vergenoegde mij niet meer met de door Koenraad gemaakte
veronderstellingen. De brave jongen zag in den gezagvoerder van den Nautilus slechts
een van die miskende geleerden, die de menschheid enkel met verachting voor haar
onverschilligheid betalen. Hij beschouwde hem nog als een onbegrepen vernuft, dat het
bedrog der wereld moede, naar die ontoegankelijke oorden gevlucht was, waar zijn
vernuft vrije speling had. Volgens mijn meening verklaarde die veronderstelling slechts
één van Nemo's karaktertrekken.
Ik meende evenwel andere reden voor zijn gedrag en zijn karakter te vinden in het
geheimzinnige van den laatsten nacht, toen wij in onze gevangenis door slaap overmand
lagen, in zijn zoo driftig genomen voorzorg om mij den kijker voor het oog weg te
rukken, omdat ik den gezichteinder wilde onderzoeken, in de doodelijke wond van dien
matroos, door een onverklaarbaren schok van den Nautilus veroorzaakt. Neen, kapitein
Nemo ontvluchtte niet alleen de menschen! Zijn vreeselijk vaartuig diende niet alleen om
hem geheel onafhankelijk te maken, maar misschien ook om--ik weet niet
welke--verschrikkelijke wraak uit te oefenen.
Op dit oogenblik is mij alles nog niet recht duidelijk; ik zie in deze duisternis maar enkele
flikkeringen; en ik moet mij tevreden stellen met het opschrijven mijner denkbeelden
onder den indruk der verschillende gebeurtenissen.
Bovendien bindt ons niets aan kapitein Nemo. Hij weet dat wij den Nautilus onmogelijk
kunnen ontvluchten. Wij zijn zelfs niet op ons woord van eer gevangen. Geen belofte
bindt ons aan hem. Wij zijn slechts gevangenen, die onder den schijn van beleefdheid als
gasten behandeld worden. Ned Land heeft echter de hoop niet opgegeven om de vrijheid
terug te krijgen. Zeker zal hij gebruik maken van de eerste gelegenheid de beste, die het
toeval hem aanbiedt. Zonder twijfel zal ik zijn voorbeeld volgen. En toch zal ik niet
zonder eenig leedwezen datgene met mij nemen, wat de edelmoedigheid van den kapitein
ons van de geheimen van den Nautilus heeft laten doorgronden. Moet ik dien man haten
of bewonderen? Is hij slachtoffer of beul? En dan zou ik, om openhartig te spreken, vóór
ik hem verliet, gaarne die onderzeesche reis om de aarde volbrengen, waarvan het begin
zoo schoon is geweest. Ik zou gaarne al de wonderen aanschouwen, die de wereldzeeën
voor ons verborgen houden. Ik zou willen gezien hebben wat niemand nog heeft
aanschouwd, zelfs al moest ik met mijn leven dien onleschbaren dorst naar kennis betalen!
Wat heb ik tot nog toe ontdekt? Niets of bijna niets, want wij hebben nog maar 24000
kilometer door den Grooten Oceaan afgelegd!
Echter weet ik wel dat de Nautilus het bewoonde land nadert, en dat, als zich eenige kans
op ontvluchten voordoet, het wreed zou zijn mijn makkers aan mijn zucht naar het
onbekende op te offeren. Ik zal hen moeten volgen, misschien
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 92
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.